07 april 2007

Abdelkader Zaaf: de luis in de pels van het peleton

Vandaag vertelde ik mijn vader dat ik kleine bijdragen omtrent de tour de France schrijf. Wat een blog is, daar heeft hij het raden naar, maar hij wist me wel een sappige anekdote te vertellen over de tour in 1951. Op 6 juli van dat jaar trok het peleton van Gent naar Le Tréport en reed daarbij door het Franse grensstadje Halewijn (Halluin, buurgemeente van Menen) waar mijn vader toen werkte. Iedereen had vrijaf gekregen om de doortocht van de renners te kunnen meemaken. Het verhaal gaat dat Abdelkader Zaaf die toen alleen op kop was, op de grens tussen Halluin en Menen zou afgestapt zijn om iets te drinken in wat toen bekend stond "langs de gravier"... Daar wou ik toch het fijne van weten en startte een kleine zoektocht op het internet om te achterhalen welke het gehalte waarheid en welke het gehalte mythe van deze anekdote is. Mijn vader blijkt toch grotendeels gelijk te hebben.

Abdelkader Zaaf was Algerijn (toen nog altijd Franse kolonie) en op zijn zachtst gezegd buitenbeentje in het peleton. Hij kreeg het voor mekaar de woede van het peleton over zich heen te krijgen door allerhande ongeschreven tourregels met de voeten te treden en hij schepte er nog plezier in ook. De rode lantaarn zette de meest onmogelijke ontsnappingen op het getouw. Ontsnappingen die meer leken op kamikazes maar die hem er wel van behoedden naamloos en vol schaamte als laatste de eindmeet in Parijs te halen.

Elke dag probeerde hij, tot grote teleurstelling van het peleton, zich op deze manier in de kijker te rijden. Zo ook op deze derde dag van de tour in 1951. Een etappe die het peleton van Gent naar Le Tréport leidde. Nauwelijks was het startschot gegeven of Abdelkader waagde zijn kans en reed weg van het peleton. Ondertussen de fratsen van de Algerijn kennende, waren er weinig toeschouwers die hiervan nog opkeken. Algauw fietste hij minuten voorsprong bijeen. Zaaf, die het al niet breed had, was ter ore gekomen dat onderweg behoorlijk wat premies te verdienen waren, wat voor hem een extra stimulans was om zijn kans te wagen.

De eerste premie geïncasseerd merkte hij plots de vrouw van een vriend langs de weg. Hij stapte af en omhelsde de vrouw. Na deze bijzonder aangename "entr'acte" besloot hij te wachten op het peleton. Tot zijn verbazing zag hij alleen twee Italiaanse renners de helling afrijden, hoofd naar beneden en in uiterste concentratie. Twee Italianen in de aanval zo ver van de eindmeet, dat vond hij verdacht. Er moesten nog meer premies te verdienen zijn, concludeerde hij! Abdelkader sprong op zijn fiets, haalde de Italianen in en liet ze meteen achter zich. Ondertussen vernam hij van een official - die door een overjaarse megafoon schreeuwde - dat 30 km verderop een premie van 30 000 Franse francs te verdienen viel. Zodra Zaaf de premie op zak had, veroorloofde hij zich een lunch in een weide grenzend aan het parcours. Toch uitgeput, na zovele onvoorziene inspanningen en fratsen incluis, liet de Maghrebijn zich door het peleton inhalen. Uiteindelijk bereikte hij Le Tréport ver achter het peleton en zijn collega-renners. Hij had het toch maar weer gedaan, deze Don Quichote van het peleton.

Niemand in het peleton die deze bizarre renner begreep. In de tour van 1951 bereikte Zaaf als 66ste en laatste Parijs. En dan nog dit: tijdens de tour van 1950 viel Abdelkader, die 20 minuten voorsprong had op het peloton, in slaap na het drinken van wijn tijdens een bloedhete etappe (zie foto links - bron: website Koninklijke Bibliotheek Nederland). Toen hij na enige tijd wakker werd -- het peloton was inmiddels allang gepasseerd -- en zich zijn fout realiseerde, vevolgde hij snel de rit. In de tegengestelde richting. Hij zou de aankomst nooit bereiken.

Bronnen: "Abdelkader Zaaf, le zouave du peleton" bijdrage van Michel Crepel op vélo101.com en "100 jaar tour de France" op kb.nl . Op de officiële toursite beperkt men zich tot het vermelden van de wielrenner en de jaartallen waarin hij deelnam.



Kurt Debrouwer
(met dank aan mijn vader voor de anekdote!)